dinsdag 27 augustus 2013

Een kleine geschiedenis van tolk- en vertaalwerk

Wanneer mensen met elkaar willen communiceren, moeten ze elkaar in de eerste plaats begrijpen. Vanuit dat oogpunt is in feite de activiteit van het tolken en vertalen ontstaan. In 2000 voor Christus waren er in Egypte al vertalers in dienst van de farao’s. De Steen van Rosette is een ander bekend voorbeeld van een vertaalde tekst uit de oudheid. Op de steen, daterend uit het jaar 126, staat een dankbetuiging geschreven op drie verschillende manieren: in hiërogliefen, Demotisch schrift en in het Grieks. Nog een bekende vertaling is de Vulgata, de Latijnse versie van de Bijbel die door Hiëronymus werd gemaakt. Hiëronymus is vandaag de dag nog steeds de beschermheilige van vertalers, schrijvers en blinden.

In de Middeleeuwen vervulden de monniken een belangrijke rol op het gebied van vertaalwerk door het vertalen van religieuze teksten. Dit leidde tot het vooruitstrevende vertaalwerk van onder andere Luther en Erasmus. Ook tijdens de verovering van de Nieuwe Wereld speelden vertalers en tolken een belangrijke rol. Malinche, de tolk en maîtresse van Hernán Cortés, is hier ongetwijfeld het bekendste voorbeeld van. Ze sprak vloeiend Spaans, Maya en Nahuatl en speelde veel geheimen van de Azteken door aan Cortés.

Vertaalde filosofische werken uit de Verlichting waren aan het einde van de achttiende eeuw een inspiratiebron voor de vrijheidsbeweging in Noord- en Zuid-Amerika. De werken waren doorspekt met moraliserende teksten over vrijheid en gelijkheid. Literaire werken werden eigenlijk pas voor het eerst op grote schaal vertaald tijdens de periode van de Romantiek. Het waren vooral schrijvers en dichters zoals Baudelaire en Pound die zich hiermee bezighielden.

De aard van het vertalen heeft door de jaren heen altijd voor de nodige discussie gezorgd. Cervantes deed minachtend ten opzichte van het beroep van tolk of vertaler en de Spaanse filosoof José Ortega y Gasset vond dat vertalen geen nut had, aangezien elke taal zijn eigen kenmerken had en een vertaling  nooit bij de authentieke tekst kon komen. Voor hem was een vertaling dus niet meer dan een benadering van het origineel. De Italianen gingen ooit zelfs een stap verder met hun ‘traduttore traditore’, wat zoveel betekent als dat de vertaler een verrader is.

De moderne vertaler of tolk bevindt zich ergens tussen de glorie van de heilige Hiëronymus en José Ortega y Gasset, die uitblonk in scepticisme. Hij kan terugvallen op kasten vol met woordenboeken en hetinternet dat hem oneindig veel mogelijkheden biedt. De relaties tussen verschillende volkeren worden steeds intensiever waardoor het werk van vertalers en tolken steeds belangrijker wordt. De efficiënte en onberispelijke manier waarop zij hun werk uitvoeren zal door Hiëronymus vanuit het hiernamaals alleen maar toegejuicht worden!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten