Voor veel Nederlanders is tolken een illuster beroep dat gehuld is in mysterie. Is tolken heel makkelijk of is het juist ongelooflijk lastig? Schrijven tolken alles in rap tempo op of werken ze met een soort geheimschrift dat alleen zij kunnen lezen? Kort samengevat: hoe werkt dat precies, tolken?
Voordat we vaststellen wat een tolk doet, is het handig om te weten wat een tolk precies is. Tolken zijn in feite vertalers die ter plaatse een mondelinge boodschap vertalen. Ze hebben geen tijd om te dubben over een enkel woord en ze moeten over een uitstekend geheugen beschikken om al die informatie in hun hoofd te ordenen. Tolken moeten sociaal zijn en professioneel overkomen. Ook moeten ze steengoed in improviseren zijn.
Een tolk zal zichzelf nooit een vertaler noemen. Voor de leek is dat heel verwarrend, want tolken
vertalen toch? “Nee, tolken tolken en vertalers vertalen,” zal een tolk je uitleggen. Hij heeft nog gelijk ook, want tolken en vertalen zijn twee heel verschillende disciplines. Sterker nog, goede vertalers zijn over het algemeen slechte tolken en vice versa. Vertalers moeten doorgaans heel secuur zijn en van elke komma begrijpen waarom die er staat. Perfectie is de standaard van een goede vertaler. Ze kunnen vaak minuten, soms wel uren over een woordje twijfelen. Tolken kunnen zich zulke tijdsbestekken absoluut niet permitteren. Ze moeten juist vanuit de losse pols werken en vaak tevreden zijn met hun vertolking, ook al weten ze dat er een beter alternatief bestaat voor dat ene lastige woord.
Er bestaan verschillende tolkvarianten. Het bekendst is de tolk die bij zijn klanten aan tafel schuift en dan tolkt wat de gesprekspartners tegen elkaar zeggen. Het tolken vindt daarbij om de beurt plaats: Persoon A zegt iets, de tolk tolkt, persoon B geeft antwoord. Dat type tolken heet consecutief tolken. Het tegenovergestelde bestaat ook. Persoon A spreekt aan een stuk door en de tolk geeft tegelijkertijd zijn vertolking door aan persoon B. Dit type tolken heet simultaantolken en is slechts voor weinig tolken weggelegd. Denk je maar eens in: niet alleen moet je tegelijkertijd kunnen luisteren en spreken, je moet ook nog tussendoor even de boodschap in een andere taal omzetten. Het moge duidelijk zijn: tolken is een uniek en uitdagend beroep.